Carel Everhard van Nispen tot Pannerden

Carel Everhard (1807-1870), stamvader van de tak Pannerden had evenals zijn broer Johannes A.C.A. van Nispen van Sevenaer (Jan) een ambtelijk en politieke carrière. In de periode 1835-1849 was hij lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Sinds 1841 bekleedde hij het ambt van burgemeester van Zevenaar. Het meest geprofileerd heeft hij zich als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, waarin hij in 1849 door koning Willem II werd benoemd. In dit college werd hij bijzonder gewaardeerd om zijn deskundigheid op een breed terrein (onder meer financiën, binnenlandse zaken, waterstaat, koloniën).

Evenals zijn broer was hij getrouwd met een dochter van Johannes Nepomucenus Hoevel, te weten: Christina J.Th.M. Hoevel (1806-1880).

Karakterologisch bestonden er echter grote verschillen tussen beide broers. Jan was serieus, op het zwaarmoedige af en hield er een sobere levensstijl op na. Carel Everhard was nogal onbesuisd en had een hang naar grandeur. Daarnaast zullen ook andere factoren een rol hebben gespeeld bij de toenemende verwijdering tussen de beide broers. Op den duur spraken zij niet meer met elkaar.

Ook in de landelijke politiek trokken zij, hoewel beiden voorvechters van de belangen van de Rooms-Katholieken, niet altijd dezelfde lijn. Zo stonden zij bijvoorbeeld ook bij de behandeling van het wetsontwerp van het Lager Onderwijs in 1857 lijnrecht tegenover elkaar.

Carel Everhard van Nispen en Christina Hoevel woonden op het huis 't Hoek in Zevenaar. Zij kregen zes kinderen. Ook hun nazaten bekleedden functies in de lokale, provinciale en landelijke politiek.

  • Heer van Pannerden
  • Juridisch dr. Utrecht 1828
  • Advocaat te Zevenaar
  • Lid Provinciale Staten van Gelderland 1835-1849
  • Burgemeester van Zevenaar 1841-1901
  • Lid Eerste Kamer der Staten-Generaal 1849-
  • Ambtenaar Openbaar ministerie te Zevenaar 1862-1901

www.parlement.com