De Duerlocht of Dorlecht
In 1125 werd de omgeving van Zegge aangeduid als Thurlicht-ter-Venne. Het Deurlechts Vaartje, ten westen van Zegge, herinnert nog aan deze oude benaming. Zegge was een deel van het gebied Dorlecht.
Leen Wouter van Nispen
Het Deurlechts Vaartje is de Vaart die Wouter van Nispen in 1331 als Leen kreeg, met de opdracht om deze vliet te onderhouden en het gezag om te bepalen wie van de vaart gebruik mocht maken. Wouter heeft waarschijnlijk tol geheven op de splitsing van de rivier naar Roosendaal en de vaart naar de Nieuwenbergh alias Zegge.
“en wy geven hem machtte maken Wateringen, Sluysen, Bruggen, en Wegen, en wat hy maken wille, om die nutschap van dien voorzeyden goede, en wy geven hem, en zijnen oore vryen Watergang in die Riviere die men heet de Beeke, te Vaarne en te Vlietene … Voort en zal niemen … in Vaarde noch in Wateringen mogen komen, noch dier gebruyken, ten sy by Wouters gemoede of zijne nakomelinge. Batavia Illustrata, blz. 1030, Artikel C.
Slot Duerlocht
Op de Gastelse kaart van 1565 staat een slotje afgebeeld. Het slot ‘De Duerlocht’ lag op de splitsing van de rivieren Steenbergensche Vliet, Roosendaalse Beke en de Vaarkant.
De Duerlocht was een herenhuis met een donjon en een kapel in het midden. Het slotje van het leen van Wouter van Nispen op de Nieuwenberg is nu dus gevonden. Mogelijk heeft Wouter er zelf niet gewoond, omdat hij rentmeester was voor de hertog van Breda en dus waarschijnlijk in het centrum van Breda heeft gewoond. We hebben zelfs nog een afbeelding van het slotje (niet erg duidelijk, maar beter iets dan niets).
Dorlecht was een belangrijk politiek grensgebied tussen de heerlijkheden Breda en het ervan afgesplitste Bergen op Zoom. Bij de Duerlocht stond de derde grenspaal van een grensgebied boven Roosendaal. De grens begon bij een hekwerk of slagboom met tol op de Nispenerdijk, in de veertiende eeuw de naam voor de dijk naast het Deurlechts Vaartje.
Exploitatie: tolheffing en turfvaart
Wouter die voor de heer van Breda de grens moest bewaken was waarschijnlijk de vroegste eigenaar, bezitter en bewoner van Dorlecht.
Wellicht is de naam ‘Duerlocht’ een indicatie voor een sluisdeur in de turfvaart, want ‘locht’ betekent afgesloten. Mogelijk was de Duerlocht een tol, dat Wouter als leenman uitbaatte voor de heer van Breda, die van de Hertog van Brabant het beheer van alle watertollen in den Lande van Breda had verkregen.
Wouter van Nyspen Klaaszoon verkreeg in 1331 van de hertog ook moergronden met de aanwas van grond ten westen van de vaart. De Vaarkant werd dus ook als turfvaart gebruikt.
Wat is er nu nog te vinden
In het Leenboek van Bergen op Zoom werd de vaart Vaarkant genoemd en zo heet de vaart nu ook weer.
Aan de Deurlechtsestraat, die de Vaarkant kruist, begint de lange oprijlaan naar het voormalig slotje, waarvan alleen nog het kapelletje op de kapelberg is overgebleven.
Het slotje Dorlecht had veel last van overstromingen en raakte vervallen. Het verdween al eeuwen geleden.
Bronnen
- De Gastelse kaart van Jan Symonszoon Indervelde uit 1565 werd door een onbekende zorgvuldig gekopieerd doch van andere kleuren voorzien. Mogelijk om de watergangen beter zichtbaar te maken.
- Wikipedia: Zegge
- Google: Zegge