Leengoed van Wouter van Nispen anno. 1331
Wij Jan by der gratie ons Heeren Hertoge van Lothrike, van Brabant, en van Limborg, maken kontallen den genen die deze letteren zullen sien of hooren leezen, en oorkonden met dezen brief, dat wij hebben gegeven en geven Wouter van Nispen, om den getrouwen dienst die zijn vader Claas van Nispen en hy ons gedaan hebben, en hy ons nog doen zal,
[1] vier Hoeven Moers, en een halve Hoeve [45 Ha], met de gronden leggende op de Kriekvaart [kriek = aftakking of zijarm] boven Rosendale, Noortwaarts vander Nonnen goede van Breda , en alzoo Noortherwaarts gaande aan Willem Woyten goet, en zijne stijfkinderen, van der Criekvaart Oostwaarts streckende tot aan die Berge, [zie de kaarten hier onder]
[2] vordane hebben wy Wouteren voorzeijt, gegeven en geven drie Hoeven Moers [30 Ha] metten gronde, leggende tusschen des Abts goet van Voorne en . . . , streckende Ooswaarts tot Clause van Nispen kinderen goede.
[3] Voorts hebben wy hem gegeven, en geven alle den volger Moeren die tot den voorleyden seven Hoeven en een halve [75 Ha] toebehoorende is, welke volger Moer gelegen is aan de Westzijde van de Vaart, …