Extract Leenboek van Bergen op Zoom 1329

Aelbrecht van Nispen, Heere van Bergen op Zoom en Machtilt ons wettig wijf, Vrouwe van den zelven Lande, maken kont allen luyden, dat wy Claas van Nispen, onze lieven ende getrouwen Knape, om zijnen goeden en getrouwen dienst die hy ons dikwils gedaan heeft en nog doen zal, onzen man hebben gemaakt. en maken, en hebben hem gegeven

alle die Wildert en Heyden die binnen dezen palen gelegen zyn, die hier naar beschreven staan, dats te weten van den houk van der heyninge vander Wolbrake, streckende op Hotmaar, en alzoo langs der Mare tot der Grippe toe, die Claas daar heeft doen delven, en alzoo als die Grippe gaat tot aan den Zwaluwen-Berg, en van dien Zwaluwen-Berg streckende op den houk van der hyninge van Nispen, en van daarlangs der heyninge streckende totter Wolbrake toe, van ons en onze nakomelingen te houdene tot eenen rechten leene, en deze voorgenoemden Wildert binnen deze palen voornoemt heeft Claas voorgn. van ons ontvangen, en heeft er ons manschap af gedaan voor onze Mannen.

Ende omdat wy willen dat deze dingen gestade blyven, en vastgehouden Claas voorgn. en zijne nakomelinge, soo hebben deze brief bezegeldt uythangende, en omme die meerder zekerheyt, en om dat zy hier over waren als onze Mannen, zoo hebben wy gebeden Boudin Gillis, Janne metten Gelde, en Jan Allaarts sone, dat zy dezen brief bezegelen zouden, in kennisse der waarheyt.

En wy Boudin, Jan en Jan voorgenoemde Mannen ons liefs Jonker Albrechts, en onzer liever Jonkvrouwe Machtelde, Heer en Vrouwe van Bergen op den Zoom voorgenoemt, om haar beyde wille, en omdat wy hier over waren als haar Mannen, zoo hebben wy dezen brief met hem bezegelt in kennisse der waarheyt. Dit was gedaan te Wouwe, in ’t jaar ons Heeren dertien hondert negen-en-twintig, op Sinte Lucasdag Evangelist. En was bezegelt met vijf zegelen in groenen wasse aan dubbelde zrancijne staarten.

XII. Hoofdstuk OUD BATAVIEN 1029